maandag 13 december 2010

Welk social medium voor welk doel?

De kenniscentra van de Hanzehogeschool Groningen zijn aan het ontdekken dat het gebruik van de social media kan bijdragen aan het bereiken van hun doelen. Hoe dat dan precies zou moeten, weten ze nog niet. Daarvoor hebben ze mij om advies gevraagd. Vorige week had ik daarover een eerste bespreking met de communicatiemedewerkers van onze zes kenniscentra.

Na een verkennend rondje bleek dat al snel mijn collega's en ik een gedeeld beeld hebben over de manier waarop je met social media werkt. Het gaat hen en mij om kennisdelen, geven en krijgen én om meer bekendheid. Ook kwam het voorkomen van een zendergericht aanpak, effectief inzetten van social media én hoe je omgaat met vertrouwelijke informatie (het kenniscentrum Energie heeft commerciële klanten) al in de eerste bespreking aan de orde.
Social media gebruiken? Ja, graag! Maar waar kunnen we het beste mee beginnen? Het social medialandschap is omvangrijk.

Om daar een goed antwoord op te geven valt nog niet mee. Uiteraard is het antwoord afhankelijk van het doel dat je wilt bereiken. We sloten daarom af met het inventariseren van die doelen en aan mij de vraag om op basis daarvan te adviseren met welke social media ze het beste kunnen beginnen.

Daar heb ik natuurlijk wel een antwoord op, en dat antwoord wil ik graag toetsen aan jullie mening. Daarvoor heb ik een korte vragenlijst gemaakt die je hier vindt. Daarin staat ook de opsomming van de doelen. Uiteraard zal ik de antwoorden binnenkort met jullie delen. Mijn voorlopige antwoord vind je hier. Feedback is uiteraard van harte welkom.

woensdag 1 december 2010

New bloggy on the edublock

Deze dagen zit mijn collega Kees van Ee (@eeco op twitter) in Berlijn te genieten van Online Educa Berlin. Zijn opmerkingen, verslagen en reacties op/van wat hij daar hoort zijn te lezen op zijn Edublog Kees van Ee. Veel leesplezier.

vrijdag 12 november 2010

Mijn Onderwijsdagen 2010 - deel 2 van 2

Na een nacht in een bed met een te zacht kussen het NH Hotel werd ik op de ochtend van mijn tweede Onderwijsdag 2010 met hoofdpijn wakker. Gelukkig ging die hoofdpijn snel over toen het tweede deel van het programma begon. Er volgde een dag die minstens zo interessant was als mijn eerste Onderwijsdag 2010. Die tweede dag bestond voor mij uit de volgende sessies:


Opening - Toine Maes, directeur Stichting Kennisnet en Steven de Jong, voorzitter LAKS.

In dit gesprek, dat integraal terug te zien is op SURFmedia, gaf Steven de Jong aan dat hij bij het gebruik van ICT in het onderwijs veel mis ziet gaan. “Docenten die een smartboard alleen gebruiken als beamer, of soms zelfs helemaal niet”. Steven pleit ervoor dat scholen niet zozeer veel geld steken in het aanschaffen van ICTmiddelen maar vooral in het gebruik daarvan. “Kijk eerst samen met de docenten waar je het voor nodig hebt en koop pas dan een smartboard. Help daarna de docenten om de ICTmiddelen beter te gebruiken, steek vooral dáár het geld in.”

Dit uitstekende advies leidde later in het publiek tot de opmerking dat het toch wel erg jammer is dat er weinig tot geen onderwijsmanagers aanwezig zijn op Dé Onderwijsdagen. Laten we proberen om daar het volgend jaar verandering in te brengen.


KEYNOTE: Auteursrecht op het internet - Christiaan Alberdingk Thijm, Docent Auteurs- en Informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam, Partner bij SOLV Advocaten.

De titel van deze lezing was enigszins misleidend. Het verhaal van Christiaan Alberdingk Thijm ging over sociale netwerken, en dan vooral over de sociale normen in die netwerken. Oftewel “hoe sociaal zijn sociale media?” Doorspekt met positieve en negatieve voorbeelden vertelde Christiaan over de voor- en de nadelen van sociale netwerken. Uit zijn verhaal kwam voor mij opnieuw heel duidelijk naar voren dat de sociale netwerken volwassen zijn geworden. En net als in de echte wereld, bepaalt in de virtuele wereld de gemeenschap wat de sociale normen zijn en wat oké is. Het antwoord op “hoe sociaal zijn sociale media?” kwam aan het eind: “Sociale media zijn als mensen: overwegend goed, soms slecht”. Ook de lezing van Christiaan Alberdingk Thijm is integraal te zien op SURFmedia.


Kleppen dicht! Digitale activerende didactiek - Michel van Ast, Opleider / Trainer / Adviseur Hogeschool Utrecht

Uit de praktijk bij de lerarenopleiding van de Hogeschool Utrecht vertelde Michel van Ast over het gebruik van wiki’s en blogs in zijn onderwijs. Bij deze sessie, die via Presentations2Go terug te zien is, ging het vooral om de voordelen die dit biedt bij samenwerken, communiceren en reflecteren. Twee voorbeelden: het inzetten van wiki’s en van blogs.

Een wiki maakt samenwerken gemakkelijk, veel gemakkelijker dan samenwerken via e-mail. Zie ook dit korte filmpje over Wiki’s & Onderwijs in Klare Taal. Er is één plek waar de meest recente versie van een document staat en ook de vorige versies zijn nog beschikbaar. De docent kan terugzien wie welke bijdrage heeft geleverd, hoe ver de studenten zijn, hoe de samenwerking verliep en dat met de studenten bespreken. Wat gebeurt er bv met de betrokkenheid als iemand je tekst weghaalt? Het gebruik van wiki’s vergroot het zicht van de begeleider op het proces.

Weblogs zijn vooral nuttig bij individuele leertaken, waarbij studenten eventueel wel de opdracht hebben om op elkaar te reageren / elkaar feedback te geven. Blogs geven veel meer mogelijkheden dan vroeger tot peerfeedback, leren van elkaar en, voor de docent, tot gaandeweg stimuleren en bijstellen, inhoudelijk aanhaken (input voor je lessen) en progressie beoordelen.

Voor zowel wiki’s als blogs geldt dat studenten elkaar feedback gaan geven als het vliegwiel eenmaal op gang is. Enkele reacties van studenten op het gebruik van social media in het onderwijs: “Blog prima, extra tijdrovend, maar houden zo!”; “Blog is een zeer goede manier om opdrachten te doen”; “Meekijken bij collega's vind ik positief”


Vervolgens stond op mijn programma de lezing
Leren in Netwerken” van Maarten de Laat, Programmamanager Open Universiteit. Jammer genoeg ging deze door omstandigheden niet door.

Ik koos als alternatief voor “Het Internet der Dingen” door Rob van Kranenburg, oprichter van Council.

Helaas werden in deze lezing de aangekondigde vragen “Wat betekent het voor het formele onderwijs als elk object in huis en op straat in principe digitaal aanspreekbaar is? Kan het leiden tot het herwaarderen van alledaagse kennis (phronesis), skills en wijsheid” naar mijn gevoel niet beantwoord. Omdat er verder geen registratie van deze sessie online staat en ook de sheets ontbreken op de SlideShare pagina van Dé Onderwijsdagen 2010 laat ik het daar verder bij. Maar niet voordat ik zeg dat op die SlideShare pagina de sheets van vrijwel alle andere presentaties op Dé Onderwijsdagen 2010 wèl terug te vinden zijn.


Twitteren voor Digibeten en andere Onderwijsgevenden - Rein Bijlsma, ICT-coach/Edu-blogger AOC Groenhorst College

In deze presentatie ging Rein Bijlsma (op twitter aka @Wauwel) vooral in op de vraag “wat is twitter?”. Een indrukwekkend aantal statistieken toonde aan dat twitter absoluut een blijvertje is in de sociale media. Rein vertelde het geïnteresseerde publiek, dat overigens voor ongeveer de helft bestond uit tweeps, ook over de vele diensten die rond twitter zijn ontstaan. Die heb je zeker nodig als je de grote twitterbrij wilt filteren en efficiënt met je beperkte tijd wilt omgaan. Dat geldt niet alleen voor docenten. Op het didactisch gebruik van twitter ging Rein niet heel diep in.

Toch is daar inmiddels al heel veel over bekend. Zo vond ik deze geweldige “How to use Twitter for Social Learning” guide. Daarin wordt, naast de basics, uitgebreid uitgelegd hoe je twitter kunt gebruiken bij oa. Presentations, Events, Classes & Training, Daily micro-learning, Collaborative Writing, Brainstorming, enz. enz. Aan het eind van elk hoofdstuk worden ook tips voor further reading gegeven. Ook is er inmiddels ten minste één heus wetenschappelijk artikel over het gebruik van twitter in het onderwijs verschenen.

Die sites vond ik overigens via de discussie over het gebruik van Twitter in het onderwijs in de SURFspacegroep op LinkedIn. Waarschijnlijk moet je eerst lid worden van die groep om de discussie te kunnen inzien.


KEYNOTE: Where Children Teach Themselves: Self Organising Systems in Education - Prof. Sugata Mitra, Professor of Educational Technology Newcastle University

Over de afsluitende keynote van Dé Onderwijsdagen 2010 schreef Wilfred Rubens deze mooie blogpost. De speech van Sugata Mitra is integraal te zien op SURFmedia. Dat stelt mij in de gelegenheid om voor de inhoud daar naar te verwijzen en hier iets dieper in te gaan op wat ik van de “Hole in the Wall” experimenten denk.

Het lijkt er inderdaad op dat deze experimenten aantonen dat onderwijs een “self organising system” is, met leren als een “emergent phenomenon”, zoals Sugata Mitra nog wat speculatief stelt. De filmpjes van kinderen in India die zichzelf leren om met een computer om te gaan, zelfs zonder dat ze de taal van de interface (Engels) kennen, de snelheid waarmee kinderen in Engeland de antwoorden op vragen vinden die bedoeld zijn voor zes leerjaren later en de manier waarop (opnieuw) Indiaase kinderen zichzelf biotechnologie leren is inderdaad verbluffend.

In de trein naar huis stelde mijn collega José Eggink daar echter tegenover dat het hier toch vooral gaat om de nieuwe leeromstandigheden. Bij de introductie van projectonderwijs zagen we in het hbo ook een toename van zelflerend vermogen van studenten, totdat het projectonderwijs gewoon werd en het leerenthousiasme bij de studenten wegebde.

Misschien tonen de experimenten van Sugata Mitra slechts aan dan dat elke vernieuwing in het onderwijs het zelflerend vermogen stimuleert, en misschien is zijn speculatie vooral onder nieuwe leeromstandigheden geldig. Wat dus zou pleiten voor continue vernieuwing en verandering van het onderwijs. Ik ben erg benieuwd naar de resultaten van het vervolgonderzoek van Sugata Mitra.


Tot slot

Ik ben erg blij dat SURF ervoor heeft gezorgd dat er heel snel heel veel content over Dé Onderwijdagen 2010 online is gebracht. Deze en mijn vorige blogpost zijn vooral tot stand gekomen door die filmpjes en slides nog eens terug te kijken, een aantal tweets van mezelf en anderen terug te lezen en wat ik daar zag en las te combineren met de informatie die nog in mijn geheugen zat.

Zonder die content zou het veel moeilijker geweest zijn om dit verslag te maken. Misschien wordt het tijd om gewoon al het onderwijs dat wij verzorgen direct na afloop online te brengen, zodat studenten ook de gelegenheid krijgen tot dieper leren. Al dan niet gestimuleerd door leeropdrachten of gewoon, door de sociale omgeving. Online en IRL.

donderdag 11 november 2010

Mijn Onderwijsdagen 2010 - deel 1 van 2

Het zit er weer op, twee Onderwijsdagen in het Beatrixgebouw in Utrecht. De lezingen waren leuk, het netwerken nuttig en het wifi van KPN was waardeloos. Tot zover niets nieuws. Wat wel nieuw was, waren veel lezingen over het gebruik van social media in het onderwijs. Althans, ik kan me niet herinneren dat ik ooit eerder een compleet programma met, op de keynotes na, alléén maar workshops over het gebruik van social media in het onderwijs kon samenstellen. Ook nieuw was de hoeveelheid tweets die gedurende deze twee dagen over mijn scherm trokken. Vorig jaar was het nog mogelijk om via twitter een goed beeld te krijgen van het complete programma. Dit jaar was de twitterstroom zó groot dat je alleen al het lezen daarvan wel eens meerdere dagen nodig kunt hebben. Oordeel zelf maar (klik op 'Go to Twub" voor het complete beeld):



Naast de lunch en borrel bestond mijn programma uit 12 onderdelen. Hieronder een impressie van de eerste dag. Morgen volgt dag twee

Opening - Wim Liebrand, directeur SURF in gesprek met Sander Breur, voorzitter Landelijke Studenten Vakbond.

Met als meest duidelijk uitspraak van Sander: “zolang er daadwerkelijk nog docenten zijn die zeggen ‘ik gebruik geen computer’ kunnen we hier wel hele mooie dagen organiseren maar dan zit er ergens aan het begin toch een probleem. Hoe we het oplossen weet ik niet, want ook een student wil liever niet naar een PowerPointpresentatie kijken waar ook de docent ongemakkelijk van wordt. Als het de kwaliteit omhoog brengt kijken wij veel liever naar een zwart schoolbord met witte krijtletters.” Het gehele gesprek is hier terug te zien.


KEYNOTE: Disrupting Class - Curtis W. Johnson, Managing partner of Education Evolving, President of the Citistates Group.

Waarin Curtis Johson concludeert dat het onderwijs op de grens van een disruptive innovation staat. Die ontwikkeling zal het onderwijs voor altijd onherkenbaar veranderen, net zoals de ontwikkeling van digitale fotografie het faillissement betekende van bijna elke fotofilmproducent. Gelukkig is de manier waarop zo’n disruptive innovation tot stand komt inmiddels goed bekend en daarvan kan het onderwijs leren hoe die te overleven. Met als voorbeeld IBM geeft Curtis Johnson daarvoor een beproefd recept: “Create seperate space for innnovation to happen in, in which the survivors enjoy radical autonomie.” Voor de details verwijs ik graag naar de integrale videoregistratie van de keynote.


FEATURED SESSIE: Vormt motivatie de sleutel tot leren in 2011? - Wilfred Rubens, Beleidsmedewerker Gilde Opleidingen.

In deze sessie gaf Wilfred Rubens antwoord op de vragen “hoe motiveer je docenten om nieuwe manieren van leren te ontwikkelen” en “hoe kun je nieuwe technologie gebruiken om lerenden te motiveren om te leren”. Volgens Wilfred Rubens liggen de antwoorden in het realiseren van intrinsieke motivatie, uitgaande van motivatietheoriën voor niet-routionematige activiteiten.
Op dit moment maken we in het onderwijs vooral gebruk van motivatietheoriën voor wel routinematige activiteiten (straffen en belonen / de wortel en de stok). We doen er beter aan die in te wisselen voor factoren die meer appelleren aan interne drijfveren, namelijk:

  • autonomie / eigenaarschap,
  • betekenisvolle en authentieke doelen,
  • meesterschap voortkomend uit betrokkenheid,
  • sociale verbondenheid, perceptie van interactie en de mogelijkheid om producten te delen
  • voldoende privacy
  • progressie zien
  • gebruikersvriendelijkheid
  • het inzetten van motiverdende technologie (je eigen technologie, social media en je eigen applicaties).

    Ook deze sessie is integraal terug te zien, terwijl op Technology Enhanced Learning, de blog van Wilfred Rubens, de samenvatting in de vorm van de sheets te vinden is. Op Technology Enhanced Learning vind je overigens nog veel meer posts over Dé Onderwijsdagen en, omdat de interesse van Wilfred en mij net wat anders is, vooral van workshops waar ik niet bij was.


    Teachmeet - Fons van den Berg, Helikon redactie. Training advies.

    Een TeachMeet kun je eigenlijk niet uitleggen, die moet je ervaren. Toch doet Fons van den Berg aan het begin van elke TeachMeet een moedige poging die begint met “The best Technologies for learning are conversations and beer”. Helaas moest deze mini-TeachMeet het doen zonder bier, maar conversation was er genoeg zoals hier op de integrale registratie van deze sessie te zien is.

    In deze TeachMeet liet Peter Flikweert in een Pecha Kucha (= 20 sheets van ieder 20 seconden = 6’40”) presentatie zien hoe kinderen van basisschool De Griezel leren om – ook in Pecha Kucha stijl – een goed gestructureerd griezelverhaal te vertellen. Bij een TeachMeet wordt dit een micropresentatie (7 minuten of korter) genoemd. Een ander uitgangspunt van TeachMeet is “show, don’t tell” waarvan Fons een prachtige demonstratie gaf in een nanopresentatie van 2 minuten met de iPad. Ook Annemarie van Essen ging de 2-minuten uitdaging aan en gaf ons haar visie op het nut van de iPad in het onderwijs en in de zakelijke dienstverlening. Beide nanopresentaties vind je ongeveer halverwege de videoregistratie. Tenslotte kwam er, na nog een demonstratie van 1, 2, 3 (kies 1 dia, praat er 2 minuten over en beantwoord 3 vragen uit de zaal) veel te snel weer een eind aan deze mini-TeachMeet.


    Leraar 2.0 en sociale media - Jaap Bosman, Redacteur Kennisnet.

    In een PowerPointloze presentatie showde Jaap Bosman diverse mogelijkheden om sociale media in het onderwijs te gebruiken. Voor het kiezen van middelen en materialen voor uw onderwijs moet je een standpunt hebben over onderwijs en leren. Scholen hebben tegenwoordig een onderwijsvisie op hun website staan. Over de onderwijsvisie van leraren is maar weinig bekend. Daarom nam Jaap het TPACK model als uitgangspunt. Een model dat tijdens Dé onderwijsdagen overigens ook nog op andere lezingen naar voren kwam. Lezingen waar ik niet irl bij was, maar wel via twitter.

    Op de wiki Jaapsoft kursus social media vind je alle basics over social mediagebruik in het onderwijs, de pagina Sociale media in het onderwijs op kennisnet geeft meer achtergrond en verdieping. Volgens de tweet die ik tijdens de presentatie plaatste, was de lijn soms wat onduidelijk en sprong Jaap van wiki’s via (posterous) blogs naar delicious. Misschien had dat te maken Jaap’s mening dat de bruikbaarheid van een weblog in het onderwijs vrij beperkt is: “Een weblog is vooral bruikbaar in het onderwijs als je vooraf precies weet wat je wilt gaan doen en in welke volgorde”. Niettemin een zeer levendige presentatie met een hoog TeachMeet gehalte. Ik denk dat het enthousiasme van Jaap, gecombineerd met de gestructureerde kennis op de genoemde sites, docenten een heel goed handvat geeft voor het toepassen van social media in hun onderwijs.


    KEYNOTE: De ondernemersroute - Michiel Muller, succesondernemer

    In een meeslepend verhaal vertelde Michiel Muller aan het eind van de eerste dag hoe kleine innovaties, uitgevoerd door diverse netwerkpartners en geregisseerd door een ondernemer met toekomstvisie, kunnen leiden tot grote gevolgen. Zeker als de concurrent een grote, logge, ingeslapen monopolist is. Zo waren de eerste onbemande tankstations in Nederland (Tango) een geduchte concurrent van de Shellstations en vormde Route Mobiel de eerste serieuze concurrent van de Wegenwacht van de ANWB. Een prachtige aanvulling op de eerste keynote van de dag. Ook sommige(?) onderwijsinstellingen zijn van die ingeslapen monopolisten. Helaas kan ik van deze afsluitende keynote van de eerste dag geen integrale online registratie vinden. Een gemiste kans voor Michiel, want inmiddels weten doorgewinterde social mediagebruikers en internetondernemers dat je tegenwoordig meer verdient met het weggeven van kennis dan met het verkopen daarvan.


    Tot zover mijn verslag van de eerste dag van Dé Onderwijsdagen 2010. Op mijn hotelkamer kwam ik tot de conclusie dat ik weliswaar niet heel veel nieuws heb gehoord maar veel aanwezigen bij de verschillende lezingen kennelijk wel. Het is opmerkelijk hoeveel er kan veranderen in twee jaar, want in 2008 kwam ik het begrip social media op de (toen nog) SURF Onderwijsdagen maar heel mondjesmaat tegen.

    Omdat Dé Onderwijsdagen uit twee dagen bestaan, volgt mijn impressie van dag twee morgen, zoals ik aan het begin van deze post al schreef.
  • woensdag 15 september 2010

    StartKlaar

    “Hogescholen en universiteiten zijn ontevreden over het instroomniveau van studenten als het gaat om vaardigheden op het gebied van Nederlands, Engels en Wiskunde.” Zo begint de tekst van het projectvoorstel "StartKlaar” dat ik namens de Hanzehogeschool Groningen en zes andere onderwijsinstellingen vandaag heb ingediend bij SURFfoundation.

    SURFfoundation lanceerde afgelopen mei namelijk een tender voor hun programma Toetsing en Toetsgestuurd Leren. Doel van dat programma is het verminderen van de studie-uitval in het hoger onderwijs en het verlagen van de werkdruk van docenten in het onderwijs.

    Wij gaan daar met ons project aan bijdragen, door het verbeteren van de vaardigheden van eerstejaarsstudenten op het gebied van Nederlands, Engels en Wiskunde. We willen een nationaal bruikbaar instrument ontwikkelen om het instapniveau van eerstejaars studenten te bepalen én remediërende onderwijsprogramma’s die aansluiten bij dat toetssysteem.

    Hoewel er in het verleden ook wel initiatieven zijn geweest om het startvaardighedenprobleem op te lossen, is het nog steeds niet goed gelukt. Eén van de redenen is dat de kennisdeling soms niet van de grond komt. Daarom besteden we daar in dit project ruime en eigentijdse aandacht aan. De bedoeling is om een social community te gaan inrichten, waarin structurele uitwisseling, kennisdeling en kenniscreatie rondom toetsen en remediëren van startvaardigheden Nederlands, Engels en Wiskunde gaat plaatsvinden. Deze blogpost is daarvan een bescheiden begin.

    Uiteraard beginnen we met onze eigen studenten, want er moet nog veel worden uitgezocht, geëxperimenteerd en ontwikkeld. Maar via de community gaan we onze kennis en ervaring zo snel mogelijk delen, zodat andere onderwijsinstellingen (of individuele docenten) er ook al tijdens het project hun voordeel mee kunnen doen.

    Tenminste… als ons projectvoorstel wordt goedgekeurd. Dat weten we eind november, het wordt dus een spannende herfst! Ik houd jullie op de hoogte van de ontwikkelingen.

    donderdag 9 september 2010

    Filmpje

    Gisteren heb ik voor Dreams Matter een leuk reclamefilmpje gemaakt met Google Search Stories van YouTube. Vanochtend tijdens mijn dagelijkse #rhondje (dat is twitters voor "wandelingetje met de hond") kwam ik opeens op het idee dat dit ook heel goed toepasbaar is in het onderwijs.

    Met Google Search Stories kun je voor elk onderwerp heel gemakkelijk een inleidend filmpje maken: verzin zes zoekwoorden of zinnen over je onderwerp, voer ze in op Search Stories, kies of je plaatjes (images) wilt zien of wat anders (websearch, maps, news, blogs, products of books)en selecteer een leuk muziekje. That's it.

    Als voorbeeld hieronder "De geschiedenis van Nederland in 35 seconden". Have fun!


    Oh, en dan wil je nu vast ook dat filmpje voor Dreams Matter zien ;) Klik hier.

    donderdag 26 augustus 2010

    Wat je door Friezen leren kan

    Voor de Hanzehogeschool ben ik bezig om in heel korte tijd een aanvraag voor de Surftender Toetsing en Toetsgestuurd Leren te schrijven. Een klus waarvoor je volgens ervaringsdeskundigen zo’n 200 uur nodig hebt moet ik in minder dan 40 uur tot een goed einde zien te brengen.

    Het wordt een aanvraag waarbij veel partnerhogescholen betrokken zijn. Eind juni hebben we een eerste bespreking gehad en daarna heb ik daaruit in 20 uur een concept projectaanvraag gedestilleerd.

    Al heel snel kwam er toen een discussie op gang over de omvang van het project. We werden het erover eens dat we onze ambitie naar beneden bij zouden stellen. We gingen van breed naar smal. Direct na de vakantie zouden de partners dit intern bespreken en vanochtend moest iedereen aangeven of ze wel of niet willen deelnemen én hun feedback op het concept bij mij inleveren.

    Tot mijn genoegen hadden vier partners dat inderdaad gedaan, en twee hadden al aangegeven net iets meer tijd nodig te hebben. Ik kon dus alvast van start met het verwerken van de eerste feedback. De reacties van de eerste twee waren vrij gemakkelijk te verwerken. Toen kwam ik bij de reactie van onze Friese partner. Tot mijn verbazing ging hun feedback over een breed project.

    “Ach, ze hebben in de hectiek voor de vakantie vast wat van de communicatie gemist” dacht ik nog. “Laat ik ze eens bellen”. Nu staan de Friezen hier in Groningen bekend als een nogal rechtlijnig volkje, en dat heb ik gemerkt. Ze wilden niet voor- of achteruit, bleven uit zeer principiële overwegingen bij een breed project en of ik het allemaal maar op die manier in de projectaanvraag wilde verwerken. Als klap op de vuurpijl ook nog de opmerking dat hun en ons CvB wel heel veel belang hebben bij samenwerking.

    Een lastig dilemma, dat zelf de directeur van ons stafbureau de ogen deed fronsen. Hoe kom je nou tot samenwerking als je beide echt een andere richting op wilt? “Je moet ze toch maar weer bellen” was het advies. Maar met welke boodschap dan? Ik zag er heel erg tegenop.

    Gelukkig kwam mijn collega Brenda Aalders met de verlossende woorden: “Laat je probleem ens los en bekijk het van de andere kant. Gaan wij niet met hen samenwerken, of zij niet met ons als het toch een smal project wordt?” Voor de zekerheid heb ik daarna nog even gecheckt of de andere partners inderdaad allemaal voor een smal project willen gaan. Toen ik dat 100% zeker wist heb ik weer naar 058 gebeld om het nog eens over hun brede principes te hebben. Die bleken ineens veel minder principieel dan ik eerst dacht, mijn Friese vrienden gaan ze morgen intern bespreken.

    Ik ben een gelukkig mens, want vandaag heb ik weer wat geleerd: laat het los en bekijk een probleem ook altijd vanaf de andere kant, dan ziet het er ineens heel anders uit. Zonder mijn rechtlijnige Friese vrienden had ik die belangrijke les gemist.

    woensdag 25 augustus 2010

    Mijn andere blog

    Sinds kort heb ik ook een andere blog: Dream Matters. Daar post ik over het realiseren van mijn droom, door dromen dingen te doen. Oftwel dreamsmatter.nl. Op dit moment staan er vijf posts online op Dream Matters, daar is nog wel door te komen. Een samenvatting kan hier dus achterwege blijven.

    Vanaf nu ga ik Erwin’s Edublog vooral gebruiken voor posts over educatieve zaken waar ik vanuit mijn werk bij de Hanzehogeschool mee in aanraking kom. Voor Dromen Dingen en andere zaken die te maken hebben met Dreams Matter verwijs ik je graag naar Dream Matters.

    zaterdag 24 april 2010

    Groen pen

    Afgelopen woensdag ben ik naar een concert van de New Valley Singers geweest. Niet een groep waar ik zo maar heen zou gaan, maar mijn echtgenote had met een e-mail actie kaartjes gewonnen. Dus dan ga je.

    Het eerste nummer vond ik nogal tegenvallen. Het was niet echt slecht, maar de zangers vond ik futloos, de muziek miste dynamiek en ook het licht was naar mijn mening vrij fantasieloos. In de daarop volgende nummers werd het niet veel beter. Na en tijdje begin ik me af te vragen wat ik eigenlijk in die zaal deed. Maar het optreden was nou ook weer niet zó slecht en demonstratief weglopen vond ik geen optie.

    Om er toch een leuke avond van te maken, bedacht ik toen om eens op de dingen te gaan letten die wèl goed waren, en toen gebeurde er iets bijzonders. Langzaamaan ontdekte ik steeds meer sterke punten van de groep en na nog drie nummers vond ik het eigenlijk jammer dat het al pauze was. Na de pauze zette ik mijn persoonlijke spelletje door en zo werd het een geweldig leuke avond.

    De manier waarop ik naar het concert luisterde had veel weg had van de manier waarop ik als docent het werk van studenten nakeek. Focussen op de zwakkere punten en die met een rode pen aantekenen. Daardoor krijg je meer zesjes en zeventjes dan achten en negens . Zou het niet veel mooier zijn om met een groene pen na te kijken, en alles wat wel goed is aantekenen? Ik denk dat het cijfer van veel tentamens of scripties dan hoger uit zou vallen. Maar ook zou het humeur van menig docent er wel eens een flinke oppepper van kunnen krijgen.

    maandag 29 maart 2010

    Over talent en excellentie

    Sinds 2006 biedt de Hanzehogeschool Groningen honours programma’s aan voor haar studenten. Het doel van die programma’s is om getalenteerde studenten uit te dagen en te stimuleren tot excellente prestaties. Maar wat is daar nou eigenlijk voor nodig? Onlangs had ik de kans om dat, samen met mijn collega Lyndsay Drayer, aan een groep internationale gasten uit te leggen.

    We begonnen onze presentatie met dit filmpje van de auditie van Susan Boyle voor Britain’s got Talent.

    Dat Susan talent heeft is wel duidelijk, maar een excellente auditie was het niet. De enige reden dat ze niet al in de eerste minuut door de jury werd weggestemd was naar mijn mening de regel dat iedere kandidaat ten minste de kans krijgt om te starten met, in dit geval, zingen. Daarover later meer.

    Talent en excellentie zijn dus niet synoniem. Om onze getalenteerde studenten de kans te geven om te excelleren zijn onze honours programma’s gericht op verdieping, verbreding en verbinding.

    Verdieping
    Een talent is mooi, maar voor excellentie is een perfecte beheersing van dat talent nodig. In onderwijstermen noemen we dat verdieping van de (vak)kennis en vaardigheden. Deelnemers aan een talentenshow krijgen na de auditie niet voor niets veel training en begeleiding De mate waarin ze die benutten is één van de verschillen tussen een gemiddelde kandidaat en de winnaar.

    Verbreding
    Perfecte beheersing van een talent is belangrijk. Voor een werkelijk excellentie prestatie is perfecte beheersing van één kunstje echter niet genoeg. Susan moest bij haar auditie duidelijk nog leren hoe je nou eigenlijk op een podium staat. “Niet wiebelen!” Ook haar kleding was nog niet bepaald die van een superster. Sterren kunnen voor dat soort zaken misschien nog een beroep doen op hun presentatiecoach of styliste. Studenten hebben die luxe niet. Daarom zijn onze honours programma’s ook gericht op verbreding.

    Verbinding
    De belangrijkste reden waarom Susan uiteindelijk een tweede plaats wist te behalen is volgens mij de regel dat de jury een kandidaat niet al na 10 seconden mag wegstemmen. Hoeveel talent je ook hebt, zonder die regel zou Susan door haar gebrek aan gevoel voor hoe je een jury benadert bij een ‘normale’ auditie niet eens de kans gekregen hebben om te gaan zingen. Je moet je brede professionaliteit ook over het voetlicht weten te brengen om je excellentie erkend te krijgen. Dat is één van de redenen waarom wij ervoor gekozen hebben onze honours studenten in verbinding met elkaar en met de maatschappij op te leiden.

    Behalve honours programma’s biedt de Hanzehogeschool onder de noemer “Blink uit” overigens nog meer voor getalenteerde studenten.

    vrijdag 19 februari 2010

    Seats2Meet Groningen?

    Een paar weken gelden pikte ik een tweetje op van @jvdschenk (Jeroen v.d. Schenk) waarin hij vroeg welke tweeps het fijn zouden vinden als er een Seats2Meet in Amersfoort zou komen. Nou ben ik meer in Groningen te vinden dan in Amersfoort, dus ik reageerde dat ik meer interesse zou hebben in een Seats2Meet in Groningen. Die reactie werd opgepikt door een aantal tweeps die dat ook wel zien zitten. Vooral @BarberaVenema was erg enthousiast.

    Via Jeroen kreeg ik heel snel informatie over hoe je een vestiging van Seats2Meet opzet. Wat er nodig is, is een ondernemer en een pand. Zelf ben ik niet die ondernemer. Mijn droom is mensen te inspireren om hun droom te realiseren en ze daarbij te ondersteunen. Niet om een modern kantoorconcept te runnen. Maar vanochtend heb ik het met Barbera besproken. Zij is wèl die ondernemer. Ook een geschikt pand in de buurt van CS Groningen, aan de goede kant t.o.v. het centrum en met eigen parkeergelegenheid, bleek voorhanden. Dus het lijkt er zomaar op dat er over niet al te lange tijd een Seats2Meet in Groningen is. Temeer omdat dit pand net dat ietsje meer heeft, zoals uitstraling. We kregen al direct allerlei ideeën over de inrichting. Om alvast een beetje beeld te krijgen: zoiets als het kantoor van Google in Zürich.

    Maar waarom wil ik eigenlijke een Seats2Meet in Groningen? Nou, ik ben dol op inspirerende mensen. Zij inspireren mij door hun enthousiasme en wilde ideeën die vaak ook zomaar uitvoerbaar blijken te zijn. In mijn directe werkomgeving vind ik die inspiratie wel, maar niet zo heel erg veel. Het gaat tenslotte om de bekende 10% voorlopers en in een team van minder dan 20 mensen zijn dat er dus ongeveer twee. Bij Seats2Meet ga ik er tientallen vinden, wat weer heel goed zal zijn voor innovatieve ideeën bij het gebruik van ICT in het onderwijs.

    Overigens moet er nog wel een aantal vragen beantwoord worden voordat Seats2Meet Groningen werkelijkheid wordt. Bijvoorbeeld hoe groot de markt hier in het Noorden eigenlijk is. Want een businessplan waarin staat “er zijn vast wel genoeg klanten” lijkt zo slordig. Wie helpt mij om daar een min of meer betrouwbaar beeld van te krijgen?

    maandag 1 februari 2010

    De kracht van een netwerk

    Ook op de Afrikaanse savanne weten ze hoe krachtig een goed newerk kan zijn. Kijk maar eens naar dit filmpje, dat mijn teamleider René van Scheltinga mij liet zien. Overigens, het is een feel-good filmpje, het loopt goed af. Of geef ik nu teveel weg? Veel kijkplezier.